vrijdag 23 maart 2012

Transmutatie, liefje


Aan de oever van de Amstel
liggen woorden van mij
Ik heb ze laten vallen
toen ik lieve dingen
tegen je zei

Tussen blik en rommel
liggen ze stilaan te vergaan
in restanten van een tijd
die aan ons beiden
is voorbij gegaan

Het zijn geen dure woorden
nee, zo eenvoudig en oprecht
dat het een wonder is
dat niet iemand anders
ze tegen je heeft gezegd

Soms gaan we nog naar de oever
om te proeven van de sfeer
We zien ze blinken in de modder
maar zoals ze toen klonken
klinken ze niet meer

Op een dag spoelt het water
al mijn woorden naar de zee
maar heb geen angst
Ook al valt de stilte
ik voel alles mee



maandag 12 maart 2012

Karakter


Gisteren heb ik het kloeke besluit genomen mijn vrouw te vermoorden. Het werd ook tijd dat ik eens een keuze maakte. Mijn hele leven lang twijfel ik over de richting waarin ik zal gaan. Nu eens wilde ik me volledig overgeven aan het schaakspel, dan weer koos ik voor een loopbaan als succesvol zakenman, invloedrijk politicus, dikke romanschrijver of gewild fotomodel. Het heeft allemaal niets opgeleverd.
‘Maar lieverd, je bent Leonardo da Vinci niet’ zei Tinie gisteren toen ik weer eens wanhopig mijn mislukkingen opsomde en me beklaagde over de zinloosheid van mijn pogingen iets van het leven te maken. ‘ Je moet keuzes maken’, voegde ze er aan toe. Ach, ze weet niet half hoe belangrijk zij voor me is. Zonder haar zou ik nooit tot deze slotsom zijn gekomen. 
  
Het verzamelde werk van Gerrit Achterberg gaf de doorslag. ‘Wat heeft het hem niet allemaal opgeleverd!’, bedacht ik. Liefdevol streek ik met mijn rechterhand over de kaft. Na de moord op zijn hospita heeft hij het grootste gedeelte van zijn leven in afzondering aan zijn geweldige oeuvre kunnen werken zonder te worden afgeleid door het leven. Dat is precies wat ik nodig heb. Weg met het leven…! Alles voor de kunst….! Literatuur is mijn toekomst, ook al maakt ze slachtoffers.  Om een schaakspel te winnen, moet je soms een Dame durven offeren.

Nu ik weet wat te doen, moet het ook maar snel gebeuren. Het eerste wat me te binnen schiet is wurging. Maar het feit dat Tinie veel sterker is dan ik, sluit deze mogelijkheid uit. Vergiftiging lijkt me uitgesloten vanwege haar sterk ontwikkelde smaakzin. Misschien moet ik haar een duwtje geven als we op een zomerse dag staan te wachten op de trein die ons naar Zandvoort zal brengen? Dat gaat weer veel te lang duren. Het is immers hartje winter. Ten einde raad pak ik pen en papier en schrijf: ‘Huurmoordenaar gevraagd’. Maar wat nu als de beul uiteindelijk besluit om mijn betrokkenheid en verantwoordelijkheid te ontkennen? Dan is alles voor niks geweest.  
Langzaam dringt het tot me door dat ik vanavond -  als Tinie thuis komt na een dag hard werken, moe maar voldaan –  mijn probleem aan haar zal voorleggen, zoals altijd. 

donderdag 8 maart 2012

Vriendenconcept


“Doet u mij maar een krop-sla-soep vooraf”.  Langzaam, lettergreep voor lettergreep, las de man het voor van de kaart, bang om zich te verspreken. Een vlinderstrik wipte drie keer op zijn adamsappel. Zijn Harris Tweed colbert van zuiver scheerwol met ruitmotief, bedoeld om zijn welstand te verbloemen, verried nochtans zijn verfijnde en kostbare smaak.

‘1 x kss’, noteerde Albert Haring verveeld. Beroepsmatig liet hij zijn blik glijden over de vele tafeltjes in zijn restaurant. Het zat vol met managers en mensen uit de film- of popwereld,  journalistiek en mediamaffia. Wat Albert tien jaar geleden als gezellig eetcafé was begonnen, is ontaard in een verzamelplaats voor snobistische parvenu’s.
“En als hoofdgerecht ka-bel-jauw-se twist met krent-e-rig-e saus in een krib-be van kar-doen”, vervolgde het vlinderstrikje bedachtzaam . “Doe maar met ge-plet-te aard-appel-en”.

Met grote walging schreef Albert ‘1 x kabel met puree’ onder de kss. Had hij zijn vrienden Henk en Charles 10 jaar geleden niet in zijn eetcafé uitgenodigd, zou hij nu armlastig en misschien zelfs wel werkloos zijn geweest. Ze kennen elkaar van de middelbare school. Henk werd neerlandicus en Charles econoom, terwijl Albert zijn hartstocht voor koken najoeg. Hoe trots was hij toen ze de eerste keer bij hem kwamen eten in zijn eigen zaak! En hoe beschaamd toen hij moest vertellen dat het zakelijk niet zo best ging. Slechts 3 tafeltjes waren bezet. Een joviale dikke tramconducteur had  boers een gore mop door zijn eetcafé geschald.   
“Maar hoe is dat nu mogelijk?”, had Henk uitgeroepen, “je maakt verrukkelijke gerechten. Die soep bijvoorbeeld, werkelijk fantastisch. Wat is het eigenlijk voor soep?”.
“Kropslasoep”. Albert had het een vreemde benaming gevonden en het daarom als ‘soep van de dag’ op de kaart gezet.
“Klopstasnoep?” had Charles verbaasd uitgeroepen. Zijn vrienden hadden zich op de dijen geslagen van plezier om deze verspreking.
“Maar dat is geniaal! Krop-sla-soep, hoe kom je er op? Dat is precies wat je nodig hebt met dat restaurant van jou: een concept. Zonder concept wordt het niks, al kook je nog zo goed. Een eetcafé is uit de tijd. Maak er een poëtisch smullokaal van!” had Charles vol vuur betoogd. “Wij helpen je wel, toch Henk?”.  Henk had geruststellend geknikt. 
   
En ze hadden woord gehouden. Nog diezelfde week waren ze teruggekeerd met een aangepaste menukaart en een concept. Alle gerechten hadden een welhaast onuitspreekbare benaming gekregen met veel alliteratie, de prijzen waren verdubbeld en het concept bestond uit ‘kosteloze koffie naar keuze’ voor wie de bestelling foutloos en zonder haperen opgaf.  

“En een fui-ven-de fram-bo-zen-ge-lei met feest-e-lijk-e flam-bouw in drui-ven drijf-ijs”, bestelde het Harris Tweed colbert. De man keek Albert doordringend en verwachtingsvol aan.
“Gefeliciteerd meneer, u heeft uw koffie verdiend” zei Albert en klapte zijn kalfslederen notitieblok dicht. Terwijl hij zich wegdraaide smolt zijn glimlach tot een diepe zucht van afkeer.

Dankzij Henk en Charles behoorde hij nu ook tot de ‘nieuwe rijken’. Maar onnoemelijk groot was zijn verlangen naar een gore mop.